juli 15, 2014

Eindelijk: echt wielrennen! Over criteriums en omlopen

Gisteren stond ik weer aan de start van een koers. Het was in het Brabantse Heerle, of Herrel, en ik raakte aan de praat met een andere Molrenner. Het was zijn tweede jaar met licentie en hoewel hij aangaf niet echt van voren te rijden had hij toch al een paar prima uitslagen geboekt. Criteriums rijden vond hij niet altijd even leuk, hij had meer met grotere rondjes, de omloopjes dus. “Dat lijkt tenminste op echt wielrennen.” En daarmee verwoordde hij exact hoe ik erover denk.

In actie tijdens een omloop (fotokoos.info)

Ik heb dit jaar een licentie genomen omdat ik vond dat ik het mezelf er te makkelijk vanaf bracht. Vroeger voetbalde ik en kende daarmee, hoe laag het niveau ook was, een wedstrijdelement. Wielrennen deed ik ernaast. Na de zoveelste blessure hing ik de copa mundials in de wilgen en kroop ik nog wat vaker op de racefiets. Echte doelen had ik niet, behalve wat trainen voor de enkele klimdagen die ik per jaar had. En natuurlijk omdat wielrennen voor mij pure liefde is.

Vorig jaar ben ik wat vaker trainingskoersjes bij het Dordtse De Mol en de Hoekse Renners gaan rijden en heb hier en daar wat wedstrijden voor regiorecreanten meegepakt. Dat verliep niet onaardig en om te kijken tot welk niveau ik nog kon reiken op mijn leeftijd besloot ik om een sportklasselicentie te nemen. Hiervoor zocht ik voor het eerst in mijn leven zelfs een fitnessruimte op om me in de wintermaanden voor te bereiden op het wielerseizoen.

Illusie
Ik kreeg er steeds meer zin in en kon niet wachten tot de start van het seizoen. De trainingskoersjes gingen prima en ook de eerste echte wedstrijden, die onder de vlag van de KNWU, verliepen naar tevredenheid. Ik had niet de illusie dat ik om de prijzen zou meerijden, daar ken ik mijn kwaliteiten te goed voor. Ik wist ook wel dat ik er zo af en toe in lastige rondes af zou worden gereden, maar dat maakte me niet uit.

Wat ik echter niet had verwacht is dat ik criteriums rijden de hel op aarde vind. Het is voor mij een verschrikking, een gruwel om door de vele scherpe bochten te knallen. Ik rijd bewust wat van achteren omdat ik de betere renners niet in de weg wil rijden. Gevolg is dat je continu gaten moet dichten. Omdat het met mijn snelheid op de rechte stukken goed zit lukt dat in het begin nog wel. Anderen laten echter ook gaten vallen en op een gegeven moment rij je die niet meer dicht en word je gelost, ondanks dat je de benen hebt om er bij te blijven.

En dan die klinkers en drempels. Het kan aan mijn gewicht liggen, ik ben over het algemeen niet de zwaarste in het peloton, maar ik denk eerder aan mijn onkunde: ik stuiter werkelijk waar alle kanten op. Het is niet zo prettig om overal heen te botsen terwijl je met minimaal 50 km/h een lint van andere coureurs probeert te volgen.

Aparte discipline
Criteriums rijden heeft voor mij niets te maken met wegwielrennen. Het is een aparte discipline binnen het wielrennen, net zoals baanwielrennen of veldrijden dat is. Eigenlijk zou er een NK criteriums moeten komen en Nieuwpoort is daarvoor het meest geschikt als locatie.

Die kutcriteriums, want dat is de officiële benaming, hebben ervoor gezorgd dat ik halverwege juni na een koers ergens in Noord-Brabant met mijn licentiepasjes in de hand naast mijn auto stond. Voor mij bevonden zich een aantal struiken en ik stond op het punt om mijn pasje daarin te gooien en er nooit meer naar om te zien. Ik vroeg mij af wat ik leuk vond in wielrennen. Het antwoord was eigenlijk simpel: klimmen. Dat is het meest fantastische wat een mens in zijn leven kan doen. En dan bedoel ik niet zoals in Limburg; die hobbels overrijden tel ik niet mee als klimmen. Ik zal me dus meer gaan richten op het klimwerk en ga binnenkort dan ook een weekje naar Luxemburg en later in het jaar misschien nog naar de Alpen.

Ik gooide mijn pasje niet weg en besloot in ieder geval het jaar af te maken. Zo kwam het dat ik gisteren eerder van mijn werk vertrok om een koers in Herrel te rijden. Ik keek er als een berg tegen op en kon eigenlijk niet wachten tot de finish. Even flitste het zelfs door mijn hoofd om niet te gaan en gewoon het trainingskoersje bij De Mol te gaan rijden.

Verademing
Ik ging wel en daar ben ik mezelf eeuwig dankbaar voor. Het was een verademing, echt een genot. Eindelijk had ik plezier in koersen. Het was een rondje van 4400 meter, deels door een dorp over klinkers. Daarbuiten werd het asfalt opgezocht en reed het peloton door weilanden, langs bomen en boerderijen, achter een industrieterreintje langs en zaten er enkele leuke bochten in. Het was jammer dat de wind iets ging liggen, want dat had voor leuke speling kunnen zorgen. De koers duurde 48 kilometer, maar na de meet had het van mij wel het dubbele mogen zijn. Natuurlijk reed ik geen goede uitslag. Daar gaat het mij ook niet om. Het gaat mij om het plezier dat ik erin heb en dat heb ik dankzij het rondje in Herrel hervonden. Geef mij meer van dit soort ritten (liefst honderd per jaar) waarin ik dan wat ervaring kan opbouwen en wellicht in de toekomst iets meer van voren kan rijden. In zo’n koers voel ik me tenminste, al is het maar een klein beetje, een echte wielrenner.

Natuurlijk, ik had al eerder omloopjes gereden en die waren me ook goed bevallen. Deze in Herrel was echter de leukste en kwam op een moment waarop ik dankzij de criteriums echt alle plezier in koersen was kwijtgeraakt.

Perceptie
Overigens schrijf ik hierboven de criteriums volledig af, maar dat is vanuit mijn perceptie. Om te kijken vind ik criteriums wel geweldig en ik doe er graag verslag van voor de regionale krant. Ik snap ook volledig waarom organisaties voor die kleine rondjes kiezen. Het publiek ziet de renners vaker passeren, wat het interessanter maakt. De organisatie wil spektakel bieden om zoveel mogelijk publiek te trekken, volledig begrijpelijk. Bovendien heb ik het er ook met andere coureurs over gehad die juist de omloopjes niks vinden en de criteriums wel. Zij genieten er wel van om door de bochten te knallen en daar het verschil te maken. Daarnaast komt het peloton vaker langs start/finish waar zich de meeste toeschouwers bevinden. Daar zijn renners nu eenmaal niet ongevoelig voor.

Dus ja, ook criteriums hebben hun charme alleen ben ik er niet voor gemaakt. Toch zal ik ze voorlopig wel af en toe blijven rijden in de hoop dat ik er toch nog wat ervaring in op doe en omdat het ook prima trainingen zijn.

Volgende week is de wielerronde van mijn dorp en degenen die dit blogje goed hebben gelezen weten hoeveel zin ik daarin heb.


3 opmerkingen:

  1. Bedankt voor de leuke post Marco!
    Ik was aan het denken om me eens aan een criterium te wagen, maar veel van de punten die je opsomt voelen ook niet helemaal lekker aan.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Hoi Dennis,

      Ik moet eerlijk bekennen dat er wel iets is veranderd. Om de één of andere reden begin ik de bochten wel wat beter te rijden. Over stenen rijden is, mede dankzij mijn gewicht, nog altijd niet prettig, maar ik knal er beter overheen. Het zal ook wel met ervaring te maken hebben, want ik ben de criteriums wel gewoon blijven rijden.

      Ik hou nog steeds meer van de echte omlopen, want dat blijft voor mij meer als echt wielrennen aanvoelen, maar het rijden op die echte straatcircuits gaat wel vooruit. Dus gewoon eens wat koersjes voor regiorecreanten uitproberen en misschien slaat het aan.

      Gr, Marco

      Verwijderen
    2. Goed idee Marco. Dan kan ik ook eens ervaren hoe dit soort van race aanvoelt!

      Verwijderen