februari 13, 2013

Kou, sneeuw en blubber

Op een koude zondag in februari zou ik voor het eerst een profveldrit met eigen ogen bekijken. Ik kleedde me warm aan. Inclusief jas droeg ik vier lagen en om mijn voeten hees ik twee paar sokken op. Dat leek mij wel afdoende en toch beging ik een enorme blunder op kledinggebied.
 


Met z’n drieën reisden wij af naar Hoogstraten, net over de Belgische grens. Veldrijden kijk je uiteraard in Vlaanderen. Dat was overigens niet zonder risico. We staken namelijk tijdens het carnavalsweekend de rivieren over en lieten die ver achter eens. Bij aankomst zetten wij de auto in een besneeuwd weiland. Ik dacht al twee oudere verkleedde feestgangers te hebben ontwaard. Deze bejaarden bleken echter het verkeer te begeleiden. Verder gelukkig geen last gehad van carnavalsvierders.
 
We stapten uit en toen voelde ik al nattigheid. Mijn twee kompanen trokken laarzen ofwel flinke wandelschoenen aan, terwijl ik de hele dag rond zou lopen op simpele lage instappers. Ik had er thuis nog aan gedacht om zelf ook laarzen aan te doen, maar dat leek me wat overdreven.
 
 
 
We stonden naast de auto toen we van onze tijdelijke Vlaamse buren met malle rode petjes op hun hoofd drie kaartjes onder de normale toegangsprijs kregen aangeboden. Daar maakten wij uiteraard gebruik van. Onderweg naar de ingang van het parcours moesten we al een paar keer door de modder stappen en voelde ik de zuiging aan mijn schoenen trekken. Ik wist vanaf dat moment dat ik op mijn hoede moest zijn voor de Vlaamse blubber.
 
Na het passeren van de waterdichte kaartjescontrole – we leverden onze kaartjes in voor andere kaartjes – konden we naar binnen. Direct liepen we langs het parcours waar op dat moment net de junioren waren gestart. De Nederlander Mathieu van der Poel, rijdend in de regenboogtrui, had op dat moment al een straatlengte voorsprong.
 
 
Bij een kraampje met spullen van kleppers als Tom Meeusen en tweevoudig ex-wereldkampioen Bart Wellens – het was moeilijk om nee te zeggen tegen die mooie sjaals – begon mijn gevecht met de modder. We liepen direct een weggetje op waar ik goed moest kijken waar ik mijn voeten redelijk veilig neer kon zetten. Toen we weer bij een stukje parcours aankwamen zag ik echter dat het voor de renners nog erger was. Zij moesten voor een verhoging door een smerige bak blubber en op die verhoging was uitglijden nagenoeg verzekerd, want ook daar lag een vieze laag gladde modder. Na de juniorencross zagen we Niels Albert dat stukje alvast testen. Hij liep hoofdschuddend weg.

 
 Hoor in dit filmpje de 'splash' door de modder.

 
Tijdens de cyclocross van de beloften ontdekten we een wel heel geniepige bocht waar menigeen onderuit schoof. Het concept moet verschrikkelijk zijn geweest: een modderbak, een steile klim, een haaks bocht, een steile afdaling en onderin meteen weer een haakse bocht door de modder. Vanaf een heuveltje keken we toe, onderwijl bijkans onderkoeld rakend door de ijzige wind. En ik had sowieso last van natte voeten in dit koude weer; mijn schoenen waren niet bestand tegen zoveel lagen blubber.
 
Voor de veldrit van de profs begon voegde zich nog een Piechem bij ons. Hij had de voorkeur gegeven aan uitslapen. Een andere Piechem redde het overigens niet. Na veel fileleed besloot hij terug te keren naar het veilige Nederland. Met z’n vieren gingen we, onze buikjes inmiddels gevuld met diverse broodjes hamburger en een eenzaam pintje, op een plek langs het parcours staan waar ook de profs geheid een stuk moesten lopen.
 

 Sven Nijs te voet.

 
Eerder hadden we al de fanclub van Kevin Pauwels gezien – inclusief zijn bompa: Fientje. Hier stonden we enige tijd tussen een groepje fans van de huidige wereldkampioen Sven Nijs. Die had in de beginfase enigszins achterstand opgelopen op de kop van de koers. Toch, deze Vlaming was sterk tijdens de veldrit van Hoogstraten en hij zette de achtervolging in. De speaker riep: ‘Sven Nijs versnelt!’ en om ons heen hoorden we opgewonden stemmen van volwassen mannen: ‘Sven Nijs versnelt! Sven Nijs versnelt!’
 
 Ja, het was koud...

 
Terwijl Nijs op kop kwam te zitten met Belgisch kampioen Klaas Vantornout besloten wij om eens een ander plekje op te zoeken. De koude wind was niet meer te harden. We zochten een plekje  uit de wind op en in de zon. Tegelijkertijd hadden we een mooi uitzicht op de eerder beschreven uitermate lastige bocht. De profs bleven daar wel redelijk overeind.
 
 
 

 Nijs en Vantornout in de technische bocht.
 
De laatste ronde wilden we graag zien bij de kleine verhoging met het blubber ervoor. Daar zagen we hoe Nijs gebruik maakte van zijn kennis en techniek. Hij nam de koppositie over van Vantornout en leek op weg naar de zege. Toch werd hij op de modderstrook daarop volgend weer door de Belgisch kampioen bijgehaald. Toen zij het asfalt opdraaiden konden we hen niet meer zien. De wereldkampioen moet zijn rug echter hebben gerecht, want hij won de eindsprint met gemak.
 
Wij wilden gauw de kou weer achter ons laten en gingen zo snel mogelijk op zoek naar de warme kachel van de auto. Door de filevorming deed de één er wat langer over om thuis te komen dan de ander…
 
Ondanks de kou hadden we een uitstekende dag meegemaakt, welke volgende winter voor herhaling vatbaar is. Eén ding weet ik zeker: dan krijgen laarzen de kans om zich te bewijzen.
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten