oktober 31, 2012

Halloweenverhaal

1. Kaakslag

Nee, het waren niet zijn gevatte opmerkingen die haar tot hem aantrokken. Evenmin was het de leuke blik in zijn groenblauwe ogen. Noch was het zijn lieve karakter. Die eigenschappen kende hij namelijk helemaal niet.




Nee, het waren puur zijn looks. Hij was breedgeschouderd, had een wasbordje, een lekker kontje (zo vond zij) en had precies de juiste kleren aan die zijn lichamelijke kwaliteiten accentueerden. Hij had een knap en stoer gezicht met strak achterover gekamd haar en bakkebaarden met exact de juiste lengten.

Van zichzelf wist ze dat ze er als een leuk poppetje uitzag. Ze was weliswaar niet al te lang, maar dat loste ze loste ze eenvoudig op door het dragen van hoge hakken. Ze had blond haar dat over het algemeen in een staartje tot in haar nek hing, waarbij ook een plukje loszat dat zich dan immer speels langs haar rechterwang bevond. De gouden oorringen, haar vrolijke lichtblauwe ogen en betoverende lieve glimlach deden menig jongeman smelten. Het zat haar ook niet tegen met haar mooi rondgevormde borsten – hoewel niet bijzonder groot – en billen; beiden ook altijd in perfect sluitende kledij gegoten.

Door hem werd ze als een prijs gezien, alsof ze de winnaar van een gewichthefwedstrijd toebehoorde. Zij voelde zich vooral vereerd dat hij voor haar koos. De seks die volgde bleek voor beiden fabuleus; voor beiden spetterde het eraf. Na enige maanden verkering werd dat echter voor haar de enige reden om het samengaan aan de gang te houden.

Ze begon zich meer en meer aan hem te ergeren. Eerst waren het details, zoals het tekort aan aandacht voor haar dagelijkse praatjes, de desinteresse in haar vrienden en vriendinnen, de manier waarop hij te pas en te onpas in haar oor fluisterde: ‘Je bent mijn meisje’. Vooral dat laatste irriteerde haar enorm. Alsof ze zijn bezit was. Hij zei het tijdens het winkelen, waarbij iedereen het kon horen, hijgend ademde hij het uit tijdens de seks en hij zei het bijvoorbeeld ook gewoon als ze bij haar ouders thuis waren uitgenodigd.

Er sprak een vorm van jaloezie uit. Die was altijd aanwezig. Zelfs als haar twee jaar jongere broertje een gesprek aanknoop die alleen haar aanging, dan keek haar vriend de jongen steeds vuiler aan alsof hij wilde zeggen: ‘Haal je maar niets in je hoofd’. Haar broertje had overigens een enorme hekel aan haar vriend, hij vond dat haar vriend zijn zus misbruikte.

Haar vriend begon haar inderdaad steeds meer te commanderen en langzaamaan bepaalde hij haar hele leven. Natuurlijk, de seks bleef uitstekend. Alleen zij had ook haar eigen willetje.

De uitbarsting kwam op een koude winterse dag in februari. Er werd volop geschaatst en Anne trok met verkleumde handjes de veters van haar witte kunstschaatsjes strak. Victor maakte al zijn korte rondjes op zijn roodzwarte hockeyschaatsen, menig medegenieter van het ijs in de weg rijdend. Anne keek net op toen hij vlak voor haar neus zijn rechterschaats in het ijs boorde om te remmen. IJsstukken vlogen recht in haar gezicht en in haar ogen.

Victor begon keihard te lachen, al zag Anne er de lol niet van in. Ze huilde van schrik en steeds hoger oplopende woede. Aangezien hij niet stopte met lachen werd ze witheet van woede. Ze stond op, voelde haar schaatsen over het gladde ijs iets naar voren schuiven, maar ze hield zich in. Ze telde tot tien om de ergste razernij te laten zakken en dat lukte.

Op dat moment kwam er een jochie van een jaar of tien aangeschaatst. Anne kende hem, hij woonde bij haar in de straat. Het was Bobbie. Victor draaide zich met de rug naar de kleine jongen toe en deed of hij hem niet zag. Op het moment dat Bobbie langs hem schaatste deed hij zijn vuist opzij. Bobbie schaatste er onvermijdelijk tegenaan, klapte onderuit en Anne zag een tandje door de lucht vliegen en over het ijs meters ver wegschuiven.

Bobbie begon te schreeuwen. Zijn mond zat onder het bloed. Ralph stond te lachen, blijkbaar trots op zijn actie bij het veertien jaar jongere ventje. Nog voordat Anne zich om Bobbie bekommerde richtte ze zich tot Victor.

“Jij vuile klootzak!”, schreeuwde ze verontwaardigd. “Je bent echt gestoord! Kijk nou wat je gedaan hebt! Dit is over, ik hoef je nooit meer te zien! Lul!”

De uitdrukking op het gezicht van Victor veranderde dusdanig dat Anne iets ineen kromp. Hij bewoog zich naar voren en stak zijn rechterhand uit naar haar olijke gezichtje.

“Ik zou maar rustig aan doen als ik jou was, want anders zal ik dit lieve smoeltje eens verbouwen”, zei hij terwijl hij haar wangen tussen zijn duim en overige vingers van zijn rechterhand samenperste, waardoor haar lippen er verkreukeld uit kwamen te zien.

Het stemmetje van Bobbie haalde nog eens huilend uit en eigenlijk was dat de druppel voor Anne. Terwijl Victor haar gezicht vasthield zwaaide haar rechterarm naar achteren en weer naar voren. Ze zich de verbazing in de ogen van Victor, die, nadat hij op zijn kaak geraakt was, achterover viel. Bobbie jankte nog harder terwijl de vriend van Anne als in slow motion met zijn achterhoofd richting het harde ijs viel.

Een harde dreun was hoorbaar en voelbaar. Zelfs Bobbie bleef stil en Anne hield haar adem in. Ze keek naar Victor, wiens kaak door de aanraking met haar rechtervuist zowaar scheef was gezakt, en zijn ogen keken nog altijd terug, maar zagen niets meer. Onderwijl breidde een bloedvlek zich uit op het ijs en vroor er uiteindelijk aan vast.

2. Je bent mijn meisje

24 oktober
Anne draaide zich om en zag dat ze nog drie minuten mocht blijven liggen alvorens de wekker afging. Ze dommelde even weg denkend aan Ralph. Sinds kort gingen ze met elkaar om en volgende week zouden ze samen naar een Halloweenfeestje gaan. In haar hazenslaapje droomde ze over hem. Hij kwam op haar af, ze pakten elkaar vast, ze keek in haar ogen… Maar ze waren niet bruin zoals gewoonlijk. Ze waren groenblauw. Hij bewoog zijn hoofd naast haar rechteroor en fluisterde: “Je bent mijn meisje”.

Anne was direct klaarwakker. Haar ogen puilden uit en ze hijgde van schrik, terwijl ze haar hart in haar keel voelde bonken. Haar wekkerradio begon Boys Don’t Cry van The Cure te spelen. Enigszins afwezig keek ze voorzichtig naar rechts. Tot haar opluchting bevond zich niemand in haar kamer, al had het nog zo reëel geklonken.

Die dag kon Anne haar aandacht niet bij haar werk op lokale bank houden. Victor was nu zo’n tien maanden dood. Zijn familie had haar wel aangeklaagd wegens moord, doch, de rechtbank sprak haar vrij daar zij zich rechtmatig zou hebben verweerd. Langzaam pakte ze haar leven weer op en probeerde ze Victor te vergeten.

Dat ging de laatste tijd steeds beter, vooral sinds ze Ralph had leren kennen. Ralph werkte bij een reclamebureau dat zich vlakbij de bank werkte waar ze zelf werkte. In de pauzes hadden ze elkaar in het dorpscentrum leren kennen en gingen ze steeds beter met elkaar om. Anne had Ralph tot nog toe niks verteld over Victor, die behoefte voelde ze totaal niet.

In tegenstelling tot Victor was Ralph wel een hele lieve jongen. Hij was misschien weliswaar niet de knapste, maar had wel humor. Hij vertelde haar over zijn reclamewerk, hoe hij genoot van bedrijven die de door hem verzonnen belachelijke slogans overnamen. Zo had hij een keer voor het bedrijf Dekker – dat zich specialiseerde in sanitaire voorzieningen – het volgende bedacht:

Wc’s van Dekker,
Dat schijt lekker!

En bij een bedrijf dat in biologische mest handelde stond sinds kort op de zakken:
Goeie shit van Flindrit!

Op deze dag in de pauze kon ze hem echter niet opvrolijken. Ze kon enkel denken aan wat ze droomde – was het een droom? – vlak voor de wekker ging.

27 oktober
Het was zaterdag en Anne zou Ralph eens verrassen door bij een voetbalwedstrijd van hem te komen kijken. Hij speelde op een recreatief niveau, dus veel publiek zag ze er niet. Ze moest wel lachen om die domme mannen die echter een bal aan renden op de gekste momenten, waarbij er volgens haar niets gebeurde, begonnen te schelden.

Nadat de scheidsrechter voor de rust floot ontwaarde Ralph haar tussen de spaarzaam opgekomen toeschouwers. Hij liep op haar af en ze hielden een praatje, waarna hij zich naar de kleedkamer begaf.

Een stevig gebouwde jongeman liep naar haar toe en begon een praatje over koetjes en kalfjes. Hij probeerde het voetbalspelletje aan haar uit te leggen zonder al teveel resultaat. De twee ploegen kwamen weer het veld op en Ralph zwaaide naar Anne.

“Is dat je vriend?” vroeg de jongeman op geïnteresseerde toon.

Anne lachte. “Nee dat niet. Maar wie weet.”

“Vergeet het niet hè”, zei de jongeman ineens dreigend. “Je bent mijn meisje!”

Anne keek verschrikt opzij, maar de jongeman keek naar het voetbal alsof er niets was gebeurd.

“Kijk ze gaan scoren”, zei hij enthousiast en juichte zelfs toen de bal het net liet bollen.
 
Anne begreep het niet. Had hij dat nou echt gezegd? Hij deed in ieder geval alsof er niets aan de hand was. Gegrepen door angst zei ze tegen de jongeman dat ze even een drankje ging halen. Hij zegde haar gedag en liet zich weer helemaal opnemen door het spelletje.

30 oktober
Anne had de laatste dagen weer een terugslag gehad. Kort na de dood van Victor had ze een periode lang niet gewerkt. Na enige tijd ging het wel weer, maar door de gebeurtenissen in de afgelopen week, waarbij ze twijfelde of het wel echt gebeurd was, kon ze haar gedachten niet bij haar werkzaamheden houden. Ze besloot de rest van de week vrij te nemen, waardoor ze op deze dag wat langer door moest werken.

Het was inmiddels donker toen ze de bank afsloot. Nadat ze gecheckt had dat alles dicht zat en het alarm erop stond draaide ze zich om en keek uit over het plein. Aan de andere kant zag ze een gestalte onder een boom staan, onderwijl haar richting op kijkend. Ze negeerde hem en liep de andere kant op naar haar huis.

Ze had het gevoel alsof ze bekeken werd onderweg naar huis. Ze draaide zich om en dacht de man te zien staan die ze eerder op het plein zag. Ze versnelde haar pas. Haar hakken tikten in een steeds hoger tempo over de kinderkopjes. Achter haar dacht ze ook een versnelde pas te horen. Ze keek weer om en zag de man nu een stuk dichterbij stilstaan, nog altijd haar kant opkijken. Ze zette het op een rennen. Aangekomen bij haar deur keek ze nog eenmaal om. Dit keer zag ze niemand. Opgelucht draaide ze haar deur van het slot en ging naar binnen.

Terwijl ze binnenstapte klikte ze het licht in haar hal aan en haar adem stokte pardoes. Op haar spiegel stond met lippenstift geschreven:

Je bent mijn meisje

3. Het Halloweenfeest

Anne was zich aan het optutten voor de spiegel in de badkamer voor het feest waar ze met Ralph heen zou gaan. Ze zag dat ze er weer tiptop uitzag alleen haar ogen waren lichtjes bloeddoorlopen. Ze had de hele nacht wakker gelegen en ook overdag was ze in bed gebleven. Pas toen ze de kerkklokken ’s middags vijf keer op rij had horen slaan was ze vanonder haar dekbed gekropen, toch nog wat eten naar binnengewerkt en, hoewel ze in eerste instantie geen zin meer had, begon ze zich voor te bereiden op het Halloweenfeest.

Daar stond ze dan in de badkamer. Alles was perfect, maar van haar eigen gezicht las ze angst. Zou ze Ralph dan alsnog afbellen?

Maar dat ging niet meer. De bel ging al, Ralph zal voor de deur staan. Anne ging naar beneden, pakte in de hal haar jas en sjaal van de kapstok en keek nog eenmaal in de gisteren door haar schoongemaakte spiegel. Ze probeerde een glimlach op haar gezicht te toveren en merkwaardig genoeg lukte dat enigszins.

Ze trok de voordeur open en slaakte een gilletje toen ze zag wat er voor haar deur stond. Een man met grote open mond en enorme gele tanden keek haar met gitzwarte ogen aan. Het duurde even voordat ze doorhad dat er haar rondom het gezicht stond en bovenop twee puntige oren stonden. Het was Ralph met een weerwolvenmasker. Zowel Ralph als Anne lachten om haar reactie.

“Goed te weten dat ik eng overkom”, zei Ralph. “En hoe verkleed jij je?”

“Goh, helemaal niet aan gedacht. Weet je wat? Ik heb nog twee vampiertandjes in een la liggen, die kan je op je hoektanden plakken. Kom even binnen.”

Ralph deed zijn masker af en keek toe terwijl Anne, al kijkende in de spiegel, de vampiertandjes opplakte. Toen dat eenmaal gelukt was keek ze hem aan en Ralph speelde alsof hij schrok. Het vrolijkte haar weer wat op en samen liepen ze, onderwijl zwijgend, naar het feest.

De zaal was al bomvol. Ze dansten samen, dronken samen, praatten met bekenden. Anne was de gebeurtenissen in de afgelopen week alweer helemaal vergeten. Aan het einde van het feest liepen ze samen naar buiten, inmiddels de handen vasthoudend.

Bij het huis van Anne aangekomen keken ze elkaar aan. Ze hadden geen woorden nodig. Langzaam bewogen hun hoofden zich dichter naar elkaar toe. Ze zoenden voor het eerst.

Na enkele ogenblikken lieten ze elkaars lippen weer los. Ze keken elkaar wederom aan met blosjes op de wangen.

“Kom nog even binnen”, zei Anne. Ralph knikte.

Anne draaide de voordeur van het slot en zwaaide deze open. Vanuit het donker dook er ineens een jonge vent tevoorschijn. In een flits zag Anne het achterover gekamde haar en de groenblauwe ogen, die weerkaatsten dankzij het licht van een lantaarnpaal en welke zij maar al te goed kende. Daaronder trof ze een scheefhangende kaak aan die heen en weer schudde.

De gedaante dook richting Ralph, die geschrokken in elkaar zakte. De jongeman met de scheefgezakte kaak keek Ralph kortstondig aan. Ralph kon zich niet verweren en de gedaante draaide onder hard gekraak zijn nek om.

Anne begon te hyperventileren. De gedaante richtte zich op.

“Alsjeblieft Victor ga weg”, zei ze met trillende stem terwijl de tranen over de wangen rolden. “Het spijt me echt waar.”

Victor keek haar vuil aan en zei niks. Opeens lachte hij, voor zover dat mogelijk was met de scheefgezakte onderkaak. Zijn ogen draaiden en hij zag er nog hysterischer uit dan toen hij kort daarvoor door de voordeur naar buiten kwam.

Victor stak zijn hand uit en trok Anne naar binnen. Hij tilde haar zelfs op en liep met haar naar boven. Bij haar kamer aangekomen smeet hij haar op haar bed. Inmiddels gilde zij het uit; dit moesten de buren toch wel horen? Maar er kwamen geen buren. Er kwam helemaal niemand op het hulpeloze meisje af. Enkel Victor liep naar haar toe, met schorre stem zeggende:

“Je blijft mijn meisje!”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten