Nee, het waren niet zijn gevatte opmerkingen
die haar tot hem aantrokken. Evenmin was het de leuke blik in zijn groenblauwe ogen.
Noch was het zijn lieve karakter. Die eigenschappen kende hij namelijk helemaal
niet.
Nee, het waren puur zijn looks. Hij was
breedgeschouderd, had een wasbordje, een lekker kontje (zo vond zij) en had
precies de juiste kleren aan die zijn lichamelijke kwaliteiten accentueerden.
Hij had een knap en stoer gezicht met strak achterover gekamd haar en
bakkebaarden met exact de juiste lengten.
Van zichzelf wist ze dat ze er als een leuk
poppetje uitzag. Ze was weliswaar niet al te lang, maar dat loste ze loste ze
eenvoudig op door het dragen van hoge hakken. Ze had blond haar dat over het
algemeen in een staartje tot in haar nek hing, waarbij ook een plukje loszat
dat zich dan immer speels langs haar rechterwang bevond. De gouden oorringen,
haar vrolijke lichtblauwe ogen en betoverende lieve glimlach deden menig
jongeman smelten. Het zat haar ook niet tegen met haar mooi rondgevormde
borsten – hoewel niet bijzonder groot – en billen; beiden ook altijd in perfect
sluitende kledij gegoten.
Door hem werd ze als een prijs gezien, alsof
ze de winnaar van een gewichthefwedstrijd toebehoorde. Zij voelde zich vooral
vereerd dat hij voor haar koos. De seks die volgde bleek voor beiden fabuleus;
voor beiden spetterde het eraf. Na enige maanden verkering werd dat echter voor
haar de enige reden om het samengaan aan de gang te houden.
Ze begon zich meer en meer aan hem te ergeren.
Eerst waren het details, zoals het tekort aan aandacht voor haar dagelijkse
praatjes, de desinteresse in haar vrienden en vriendinnen, de manier waarop hij
te pas en te onpas in haar oor fluisterde: ‘Je bent mijn meisje’. Vooral dat
laatste irriteerde haar enorm. Alsof ze zijn bezit was. Hij zei het tijdens het
winkelen, waarbij iedereen het kon horen, hijgend ademde hij het uit tijdens de
seks en hij zei het bijvoorbeeld ook gewoon als ze bij haar ouders thuis waren
uitgenodigd.
Er sprak een vorm van jaloezie uit. Die was
altijd aanwezig. Zelfs als haar twee jaar jongere broertje een gesprek aanknoop
die alleen haar aanging, dan keek haar vriend de jongen steeds vuiler aan alsof
hij wilde zeggen: ‘Haal je maar niets in je hoofd’. Haar broertje had overigens
een enorme hekel aan haar vriend, hij vond dat haar vriend zijn zus misbruikte.
Haar vriend begon haar inderdaad steeds meer
te commanderen en langzaamaan bepaalde hij haar hele leven. Natuurlijk, de seks
bleef uitstekend. Alleen zij had ook haar eigen willetje.
De uitbarsting kwam op een koude winterse dag
in februari. Er werd volop geschaatst en Anne trok met verkleumde handjes de
veters van haar witte kunstschaatsjes strak. Victor maakte al zijn korte
rondjes op zijn roodzwarte hockeyschaatsen, menig medegenieter van het ijs in
de weg rijdend. Anne keek net op toen hij vlak voor haar neus zijn
rechterschaats in het ijs boorde om te remmen. IJsstukken vlogen recht in haar
gezicht en in haar ogen.
Victor begon keihard te lachen, al zag Anne er
de lol niet van in. Ze huilde van schrik en steeds hoger oplopende woede.
Aangezien hij niet stopte met lachen werd ze witheet van woede. Ze stond op,
voelde haar schaatsen over het gladde ijs iets naar voren schuiven, maar ze
hield zich in. Ze telde tot tien om de ergste razernij te laten zakken en dat
lukte.
Op dat moment kwam er een jochie van een jaar
of tien aangeschaatst. Anne kende hem, hij woonde bij haar in de straat. Het
was Bobbie. Victor draaide zich met de rug naar de kleine jongen toe en deed of
hij hem niet zag. Op het moment dat Bobbie langs hem schaatste deed hij zijn
vuist opzij. Bobbie schaatste er onvermijdelijk tegenaan, klapte onderuit en
Anne zag een tandje door de lucht vliegen en over het ijs meters ver
wegschuiven.
Bobbie begon te schreeuwen. Zijn mond zat
onder het bloed. Ralph stond te lachen, blijkbaar trots op zijn actie bij het
veertien jaar jongere ventje. Nog voordat Anne zich om Bobbie bekommerde
richtte ze zich tot Victor.
“Jij vuile klootzak!”, schreeuwde ze
verontwaardigd. “Je bent echt gestoord! Kijk nou wat je gedaan hebt! Dit is
over, ik hoef je nooit meer te zien! Lul!”
De uitdrukking op het gezicht van Victor
veranderde dusdanig dat Anne iets ineen kromp. Hij bewoog zich naar voren en
stak zijn rechterhand uit naar haar olijke gezichtje.
“Ik zou maar rustig aan doen als ik jou was, want
anders zal ik dit lieve smoeltje eens verbouwen”, zei hij terwijl hij haar wangen
tussen zijn duim en overige vingers van zijn rechterhand samenperste, waardoor
haar lippen er verkreukeld uit kwamen te zien.
Het stemmetje van Bobbie haalde nog eens
huilend uit en eigenlijk was dat de druppel voor Anne. Terwijl Victor haar
gezicht vasthield zwaaide haar rechterarm naar achteren en weer naar voren. Ze
zich de verbazing in de ogen van Victor, die, nadat hij op zijn kaak geraakt
was, achterover viel. Bobbie jankte nog harder terwijl de vriend van Anne als
in slow motion met zijn achterhoofd richting het harde ijs viel.
Een harde dreun was hoorbaar en voelbaar.
Zelfs Bobbie bleef stil en Anne hield haar adem in. Ze keek naar Victor, wiens
kaak door de aanraking met haar rechtervuist zowaar scheef was gezakt, en zijn
ogen keken nog altijd terug, maar zagen niets meer. Onderwijl breidde een
bloedvlek zich uit op het ijs en vroor er uiteindelijk aan vast.
2. Je
bent mijn meisje
24 oktober
Anne draaide zich om en zag dat ze nog drie minuten mocht blijven liggen alvorens de wekker afging. Ze dommelde even weg denkend aan Ralph. Sinds kort gingen ze met elkaar om en volgende week zouden ze samen naar een Halloweenfeestje gaan. In haar hazenslaapje droomde ze over hem. Hij kwam op haar af, ze pakten elkaar vast, ze keek in haar ogen… Maar ze waren niet bruin zoals gewoonlijk. Ze waren groenblauw. Hij bewoog zijn hoofd naast haar rechteroor en fluisterde: “Je bent mijn meisje”.
Anne was direct klaarwakker. Haar ogen puilden
uit en ze hijgde van schrik, terwijl ze haar hart in haar keel voelde bonken.
Haar wekkerradio begon Boys Don’t Cry van The Cure te spelen. Enigszins afwezig
keek ze voorzichtig naar rechts. Tot haar opluchting bevond zich niemand in
haar kamer, al had het nog zo reëel geklonken.
Die dag kon Anne haar aandacht niet bij haar
werk op lokale bank houden. Victor was nu zo’n tien maanden dood. Zijn familie
had haar wel aangeklaagd wegens moord, doch, de rechtbank sprak haar vrij daar zij
zich rechtmatig zou hebben verweerd. Langzaam pakte ze haar leven weer op en
probeerde ze Victor te vergeten.
Dat ging de laatste tijd steeds beter, vooral
sinds ze Ralph had leren kennen. Ralph werkte bij een reclamebureau dat zich
vlakbij de bank werkte waar ze zelf werkte. In de pauzes hadden ze elkaar in
het dorpscentrum leren kennen en gingen ze steeds beter met elkaar om. Anne had
Ralph tot nog toe niks verteld over Victor, die behoefte voelde ze totaal niet.
In tegenstelling tot Victor was Ralph wel een
hele lieve jongen. Hij was misschien weliswaar niet de knapste, maar had wel
humor. Hij vertelde haar over zijn reclamewerk, hoe hij genoot van bedrijven die
de door hem verzonnen belachelijke slogans overnamen. Zo had hij een keer voor
het bedrijf Dekker – dat zich specialiseerde in sanitaire voorzieningen – het volgende
bedacht:
Wc’s van Dekker,
Dat schijt lekker!
En bij een bedrijf dat in biologische mest
handelde stond sinds kort op de zakken:
Goeie shit van Flindrit!
Op deze dag in de pauze kon ze hem echter niet
opvrolijken. Ze kon enkel denken aan wat ze droomde – was het een droom? – vlak
voor de wekker ging.
27
oktober
Het was zaterdag en Anne zou Ralph eens
verrassen door bij een voetbalwedstrijd van hem te komen kijken. Hij speelde op
een recreatief niveau, dus veel publiek zag ze er niet. Ze moest wel lachen om
die domme mannen die echter een bal aan renden op de gekste momenten, waarbij
er volgens haar niets gebeurde, begonnen te schelden.
Nadat de scheidsrechter voor de rust floot
ontwaarde Ralph haar tussen de spaarzaam opgekomen toeschouwers. Hij liep op haar
af en ze hielden een praatje, waarna hij zich naar de kleedkamer begaf.
Een stevig gebouwde jongeman liep naar haar
toe en begon een praatje over koetjes en kalfjes. Hij probeerde het
voetbalspelletje aan haar uit te leggen zonder al teveel resultaat. De twee
ploegen kwamen weer het veld op en Ralph zwaaide naar Anne.
“Is dat je vriend?” vroeg de jongeman op geïnteresseerde
toon.
Anne lachte. “Nee dat niet. Maar wie weet.”
“Vergeet het niet hè”, zei de jongeman ineens dreigend.
“Je bent mijn meisje!”
Anne keek verschrikt opzij, maar de jongeman
keek naar het voetbal alsof er niets was gebeurd.
“Kijk ze gaan scoren”, zei hij enthousiast en
juichte zelfs toen de bal het net liet bollen.
Anne begreep het niet. Had hij dat nou echt
gezegd? Hij deed in ieder geval alsof er niets aan de hand was. Gegrepen door angst
zei ze tegen de jongeman dat ze even een drankje ging halen. Hij zegde haar
gedag en liet zich weer helemaal opnemen door het spelletje.
30
oktober
Anne had de laatste dagen weer een terugslag
gehad. Kort na de dood van Victor had ze een periode lang niet gewerkt. Na
enige tijd ging het wel weer, maar door de gebeurtenissen in de afgelopen week,
waarbij ze twijfelde of het wel echt gebeurd was, kon ze haar gedachten niet bij
haar werkzaamheden houden. Ze besloot de rest van de week vrij te nemen,
waardoor ze op deze dag wat langer door moest werken.
Het was inmiddels donker toen ze de bank
afsloot. Nadat ze gecheckt had dat alles dicht zat en het alarm erop stond
draaide ze zich om en keek uit over het plein. Aan de andere kant zag ze een
gestalte onder een boom staan, onderwijl haar richting op kijkend. Ze negeerde
hem en liep de andere kant op naar haar huis.
Ze had het gevoel alsof ze bekeken werd
onderweg naar huis. Ze draaide zich om en dacht de man te zien staan die ze
eerder op het plein zag. Ze versnelde haar pas. Haar hakken tikten in een
steeds hoger tempo over de kinderkopjes. Achter haar dacht ze ook een versnelde
pas te horen. Ze keek weer om en zag de man nu een stuk dichterbij stilstaan,
nog altijd haar kant opkijken. Ze zette het op een rennen. Aangekomen bij haar
deur keek ze nog eenmaal om. Dit keer zag ze niemand. Opgelucht draaide ze haar
deur van het slot en ging naar binnen.
Terwijl ze binnenstapte klikte ze het licht in
haar hal aan en haar adem stokte pardoes. Op haar spiegel stond met lippenstift
geschreven:
Je bent mijn meisje
3. Het Halloweenfeest
Anne was zich aan het optutten voor de spiegel
in de badkamer voor het feest waar ze met Ralph heen zou gaan. Ze zag dat ze er
weer tiptop uitzag alleen haar ogen waren lichtjes bloeddoorlopen. Ze had de
hele nacht wakker gelegen en ook overdag was ze in bed gebleven. Pas toen ze de
kerkklokken ’s middags vijf keer op rij had horen slaan was ze vanonder haar
dekbed gekropen, toch nog wat eten naar binnengewerkt en, hoewel ze in eerste
instantie geen zin meer had, begon ze zich voor te bereiden op het
Halloweenfeest.
Daar stond ze dan in de badkamer. Alles was
perfect, maar van haar eigen gezicht las ze angst. Zou ze Ralph dan alsnog
afbellen?
Maar dat ging niet meer. De bel ging al, Ralph
zal voor de deur staan. Anne ging naar beneden, pakte in de hal haar jas en
sjaal van de kapstok en keek nog eenmaal in de gisteren door haar schoongemaakte
spiegel. Ze probeerde een glimlach op haar gezicht te toveren en merkwaardig
genoeg lukte dat enigszins.
Ze trok de voordeur open en slaakte een
gilletje toen ze zag wat er voor haar deur stond. Een man met grote open mond
en enorme gele tanden keek haar met gitzwarte ogen aan. Het duurde even voordat
ze doorhad dat er haar rondom het gezicht stond en bovenop twee puntige oren
stonden. Het was Ralph met een weerwolvenmasker. Zowel Ralph als Anne lachten
om haar reactie.
“Goed te weten dat ik eng overkom”, zei Ralph.
“En hoe verkleed jij je?”
“Goh, helemaal niet aan gedacht. Weet je wat?
Ik heb nog twee vampiertandjes in een la liggen, die kan je op je hoektanden
plakken. Kom even binnen.”
Ralph deed zijn masker af en keek toe terwijl
Anne, al kijkende in de spiegel, de vampiertandjes opplakte. Toen dat eenmaal
gelukt was keek ze hem aan en Ralph speelde alsof hij schrok. Het vrolijkte
haar weer wat op en samen liepen ze, onderwijl zwijgend, naar het feest.
De zaal was al bomvol. Ze dansten samen,
dronken samen, praatten met bekenden. Anne was de gebeurtenissen in de
afgelopen week alweer helemaal vergeten. Aan het einde van het feest liepen ze
samen naar buiten, inmiddels de handen vasthoudend.
Bij het huis van Anne aangekomen keken ze
elkaar aan. Ze hadden geen woorden nodig. Langzaam bewogen hun hoofden zich
dichter naar elkaar toe. Ze zoenden voor het eerst.
Na enkele ogenblikken lieten ze elkaars lippen
weer los. Ze keken elkaar wederom aan met blosjes op de wangen.
“Kom nog even binnen”, zei Anne. Ralph knikte.
Anne draaide de voordeur van het slot en
zwaaide deze open. Vanuit het donker dook er ineens een jonge vent
tevoorschijn. In een flits zag Anne het achterover gekamde haar en de
groenblauwe ogen, die weerkaatsten dankzij het licht van een lantaarnpaal en
welke zij maar al te goed kende. Daaronder trof ze een scheefhangende kaak aan die
heen en weer schudde.
De gedaante dook richting Ralph, die
geschrokken in elkaar zakte. De jongeman met de scheefgezakte kaak keek Ralph kortstondig
aan. Ralph kon zich niet verweren en de gedaante draaide onder hard gekraak
zijn nek om.
Anne begon te hyperventileren. De gedaante
richtte zich op.
“Alsjeblieft Victor ga weg”, zei ze met
trillende stem terwijl de tranen over de wangen rolden. “Het spijt me echt
waar.”
Victor keek haar vuil aan en zei niks. Opeens
lachte hij, voor zover dat mogelijk was met de scheefgezakte onderkaak. Zijn
ogen draaiden en hij zag er nog hysterischer uit dan toen hij kort daarvoor door
de voordeur naar buiten kwam.
Victor stak zijn hand uit en trok Anne naar
binnen. Hij tilde haar zelfs op en liep met haar naar boven. Bij haar kamer
aangekomen smeet hij haar op haar bed. Inmiddels gilde zij het uit; dit moesten de
buren toch wel horen? Maar er kwamen geen buren. Er kwam helemaal niemand op
het hulpeloze meisje af. Enkel Victor liep naar haar toe, met schorre stem zeggende:
“Je blijft mijn meisje!”
“Je blijft mijn meisje!”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten