juli 09, 2021

Maratona Dles Dolomites 2021, of pijn in je rug

Augustus 2019

‘Snap je nu waarom ik niet meega?’ vraag ik lachend.

Zojuist hebben mijn vrouw Charlotte en ik op de jaarlijkse Piechems barbecue bekend gemaakt dat er een klein Vlijmpie zit aan te komen.

‘Ja, ik snap het’, klinkt het niet geheel overtuigd uit de mond van Marien.

Vaartocht tijdens Piechems BBQ

Een maand eerder vatte de Piechems on Tour Club het plan op om in 2020 de klimtoertocht Maratona Dles Dolomites te gaan rijden. Deze rit is wellicht minder bekend bij het grote publiek dan de Marmotte in de Franse Alpen, voor wielerliefhebbers staat het echter hoog op de agenda.

Ga maar na, zeven mythische cols in de Dolomieten staan op het programma, bekend uit de tijden van Coppi en Bartali. Niet alleen de namen, ook de rotsen en steile wanden spreken tot de verbeelding.

Toch heb ik besloten niet mee te gaan. Met een eerste kind op komst lijkt me dat geen goed plan. Je weet simpelweg niet hoe het loopt en hoeveel slapeloze nachten je gaat krijgen. De baby is op komst in maart en nog geen vier maanden later moet je acte de presence geven in Italië. Hoeveel trainingsuren kan ik in mijn voorbereiding verwerken? Te weinig schat ik zo in.

Toch krijg ik het gevoel dat Marien daar anders over denkt. Ik meen dat hij vindt dat ik overdrijf door dit uitje zomaar te laten schieten. Eventueel wat minder kilometers in de benen dan ik wellicht zou willen, zo schat ik zijn mening in, zou weinig moeten uitmaken.

Maar dat is juist mijn probleem. Als ik zo’n tocht wil rijden dan moet ik tot in de puntjes zijn voorbereid. Anders heeft het voor mij geen zin om te starten. Met pijn in mijn wielerhart blijf ik bij mijn afzegging voor deze Dolomietenrit.

 

Maart 2020

Terwijl mijn vrouw zich het leplazarus ligt te puffen zit ik de tijd te verbijten. We zijn in het ziekenhuis aanbeland voor de bevalling en onze dochter moet worden gehaald. Daar gaat echter heel wat tijd overheen en bij mij slaat de verveling toe. Een man is hulpeloos in een dergelijke situatie en kan slechts tijdelijk een toevlucht nemen tot brokking. Als dat gebakje op is volgt er weer een lange leegte.

Ondertussen struin ik mijn mobiel af naar nieuws uit de buitenwereld. Tot mijn ontzetting komt daar het leven bijkans tot stilstand. Ik zit me op te vreten. Word ik eindelijk vader, maakt de wereld, mijn wereld, ineens een koprol om vervolgens uitgeteld te blijven liggen. Corona slaat toe en niemand weet nog waar dit gaat eindigen.

In mijn verveling lees ik alle berichten die over het virus de wereld worden ingeslingerd en hou mezelf het spookbeeld van de jaren 1347/1348 voor, toen de Pest (ja, met hoofdletter P) rondwaarde in Europa en eenderde van de bevolking van het leven beroofde. Geruststellende berichten wisselen zich af met orakels die het einde der tijden zien naderen. Als je op het punt staat om voor het eerst vader te worden moet je je niet laven aan dergelijke nieuwsspuiterijen, maar ik kan me er op dat moment niet van weerhouden.

Op de elfde van de derde maand in het jaar MMXX komt voor het eerst een schreeuwtje, of kirretje, tot mij. Een geluid dat mijn oren nooit meer zal verlaten. Emily Jane van Vlijmen werpt zich in onze armen.

De rest is bekend. Dat weekend gaat Nederland op slot door het virus, daalt de maximumsnelheid op de snelwegen naar honderd en komt mijn dochter voor het eerst thuis.

Niet veel later raakt bekend dat de Maratona geen doorgang kan vinden in 2020.

Hoi

September 2020

Zoals bekend houdt het virus zich die zomer redelijk koest en worden de maatregelen afgezwakt. Hoewel de Mergelheuvelland Tweedaagse is afgelast zijn we toch met een flinke groep Piechems afgezakt naar de Limburgse heuvels om onze tweewielers over een fiks aantal steile klimmetjes te sturen.

Vakantiehuisje in Limburg

Ik weet niet meer of ik er naar heb gevraagd of dat Marien er zelf over begon. In ieder geval komt de Maratona in 2021 ter sprake. Iedereen die aanvankelijk voor 2020 had ingeschreven is automatisch doorgeschoven naar de volgende editie.

‘Als je nou nog wil rijden moet je de site in de gaten houden’ geeft Marien aan. ‘Er komen vast wel plekken vrij. Of neem anders alvast contact op met de organisatie waar wij hebben geboekt. Wellicht kunnen zij je verder helpen.’

Er is echter één probleem. De jongens (of mannen?) die zich reeds hebben ingeschreven zullen al op 30 juni in Italië aankomen. Vanwege kwartaaleinde op mijn werk kan ik pas op 1 juli vertrekken. In m’n eentje bijschrijven en de rit naar de Dolomieten solo afleggen zie ik ook niet zitten. Ik moet dus een slachtoffer vinden die mee wil.

‘René’, probeer ik. ‘Jij rijdt dit jaar superveel en supergoed. Is de Maratona niet iets voor jou?’

René hapt niet direct toe maar zal erover nadenken.

Twee weken later besluit hij mee te gaan. De lijn die hij nu te pakken heeft wil hij doorzetten, dus wat kan er misgaan?

Uiteindelijk boeken we het reisje met een andere organisatie dan de overige Piechems omdat dat even het beste uitkomt.

 

Januari 2021

Het is een ochtend als zovelen in januari. Als altijd stap ik om kwart voor zeven de deur uit op zoek naar mijn rode wagentje. Deze is gauw gevonden want staat schuin rechts voor onze tuin.

Het is niet koud, zoals heel januari niet koud zal worden. Wel hangt er bewolking. De vochtigheidsgraad die in de lucht hangt zorgt voor beslagen ramen. Niets bijzonders, ik moet alleen even mijn wisser uit de autodeur pakken en de ramen schoonvegen.

Aan de bestuurderskant gaat dit crescendo. Maar dan stap ik de stoep op om ook de ramen aan de bijrijderskant schoon te vegen. Ineens maak ik een schuiver met mijn linkervoet en weet in een draaiende beweging m’n lichaam met mijn rechtervoet op te vangen. Ik voel een krak in mijn onderrug en trek een gezicht alsof er net een citroen in wordt uitgeknepen.

Hondenpoep. Bah! Het maakt mijn liefde voor honden en hun bezitters er niet groter op.

Gelukkig is het gras langs de singel nog nat en kan ik mijn linkerschoen goed schoonvegen. Hoewel de hondenpoep hierdoor snel verdwijnt is de pijn in mijn onderrug een blijvertje. De volgende dag lijkt er echter niets meer aan de hand.

Een paar dagen later til ik in een beetje een scheve houding Emily op. Krak! Ik zak door m’n rug. Gelukkig blijft Emily wel heel. Een week of twee heb ik er wel last van maar het wordt niet erger. De pijn zakt zelfs langzaam weg en raakt in de vergetelheid.

Voor even.

 

Februari 2021

Koning winter slaat toe! De enige koning met bestaansrecht, zelfs in deze opwarmende tijden. Nota bene op mijn verjaardag kan ik de schaatsen onderbinden en sta met Jan op het ijs bij de molens van Kinderdijk. Er is beroerder uitzicht denkbaar. Ik krijg wel wat last van mijn rug maar dat komt natuurlijk door die schaatshouding. Die ben ik niet meer gewend.

Schaatsen bij Kinderdijk

De volgende dag ga ik met zus Mirjan op pad. Doordat ik het ijs niet erg vertrouw beperk ik het schaatsen op de Alblas en Boezem tot kleine stukjes heen en weer rijden. Vooral met tegenwind probeer ik “diep” te zitten, ook al heb ik dan wat meer last van mijn rug. In het stralende zonnetje is het echter genieten geblazen.

Twee weken later is het weer opnieuw prachtig. De koperen ploert schijnt als zelden tevoren in februari. Deze keer ligt de temperatuur echter een stuk hoger. Charlotte, Emily en ik reizen af naar Zoutelande en, uiteraard, neem ik de racefiets mee. Er is een Maratona om voor te trainen.

Tijdens de eerste rit in Zeeland krijg ik steeds meer last van m’n rug. Ik sla er geen acht op. Gewoon doorbijten, iedereen heeft weleens pijn. En er is een Maratona om voor te trainen.

Terwijl ik bij terugkomst af stap zak ik door m’n rug. De pijn is hevig. Desalniettemin rij ik die week nog tweemaal en verzeker Charlotte, van wie ik eigenlijk niet meer op mocht stappen, dat ik rustig aan zal doen. De rugpijn wordt er niet minder om, maar ja, er is een Maratona om voor te trainen.

 

Maart 2021

In de eerste week van maart besluit ik het tempo op te voeren. Op sommige stukken knal ik ouderwets hard over het asfalt in voorbereiding op het wielerseizoen, zelfs al is het vrij onzeker wanneer er überhaupt weer gekoerst kan worden. De koersen an sich interesseren me niet zo, het zijn vooral lekkere snelheidstrainingen.

In het weekend doe ik een duurtraining. Alsof ik hiervoor niet al signalen genoeg heb gekregen zorgt deze rit ervoor dat ik besef dat dit niet langer door kan gaan. De volgende dag, als ik op het werk bijna schreeuw om pijnstillers, bel ik de fysio. Ik kan diezelfde dag nog terecht.

Het kraken begint.

 

Mei 2021

Het is aanmodderen. Na een zoveelste behandeling meldt mijn fysio, die in het begin zelfs leek te schrikken hoe vast de onderrug zat, dat ik ben “uitbehandeld”. Mechanisch zit het volgens hem helemaal goed. Dat is fijn om te horen.

Het fietsen wil ik weer langzaam op gaan bouwen want het bekkengewricht functioneert weer naar behoren. Toch blijft de pijn terugkeren en verergeren.

In de tussentijd slaat de twijfel toe of de Maratona wel doorgang kan vinden. De organisatie waarbij de overige Piechems zich hebben ingeschreven biedt de mogelijkheid om de tocht nog een jaar uit te stellen. Sommigen maken daar gebruik van. Jaap, John en Michael reizen wel dit jaar af naar Italië, als de Maratona doorgaat.

René en ik krijgen deze optie niet van de organisatie waar wij ons hebben ingeschreven. Het had mij best goed uitgekomen om de rit een jaar uit te stellen maar neem geen contact op om te vragen wat de mogelijkheden zijn. Stel dat René wel wil gaan dan zou hij alleen moeten en dat vind ik lullig.

Later deze maand leer ik dat René ook zo zijn fysieke ongemakken kent. Hij heeft, zoals hij dat noemt, bezoek gehad van tante Corry. De naweeën zijn heftig. Erg heftig. Van fietsen komt het verder nauwelijks meer.

 

Juni 2021

Nee, er zit nog geen verbetering in. Het is wat het is. We zien in Italië wel waar het strandt.

Op aandringen van het vrouwtje neem ik toch maar eens contact op met een masseuse in Alblasserdam. Zij heeft haar een jaar eerder geholpen met klachten in de onderrug. Dat was met twee behandelingen opgelost. Tja, toch maar eens proberen dan.

De eerste behandeling werkt super. Naast dat het bekkengewricht inmiddels mechanisch weer op orde is gebracht moet er namelijk ook aandacht worden besteed aan het bindweefsel en de aanhechtingsspieren. En dat doet ze.

Een paar dagen voel ik m’n rug nauwelijks. Als ik ga fietsen gaat het echter toch weer mis.

De masseuse besluit daarop tape aan te brengen. Bijeen geplakt probeer ik opnieuw een ritje. Deze keer gaat het heerlijk. Ik heb wel last maar het is goed te behappen. Voor het eerst in maanden rij ik meer dan zeventig kilometer. Ik kom zelfs uit op 84. Niets te vroeg want de Maratona staat al over een week voor de deur.

Op de dertigste juni heb ik nog één massage en er wordt nog extra tape aangebracht. Waar ik eerst uitging van hooguit de kortste route, 55 km met vier beklimmingen, heb ik inmiddels hoop op de middelste route: 106 km, zes beklimmingen.

 

2 juli 2021

Gisteravond zijn René en ik na een lange autoreis aangekomen in Arabba. Het hotel bevalt uitstekend en het eten is voortreffelijk. Vandaag maken we opnieuw een ritje met de auto maar dan om te gaan fietsen met Jaap, John en Michael, die al eerder in Italië waren aangekomen. Zij verblijven in Badia, vlakbij de startplaats van de Maratona.

In onze eerste etappe verkennen we de Passo Campolongo en de Passo Valparola, waar je bovenkomt via de Passo Falzarega. Na die eerste klim, die zich vooral kenmerkt door steile bochten, puffen we boven even uit. Michaels fiets puft niet alleen maar lijkt wel te ontploffen. Of nou ja, zo klinkt het. Gelukkig is het alleen zijn tube, die oververhit raakte door de in de zon opwarmende carbonvelgen. Doordat de latex zichzelf weer dicht kan de band weer worden opgepompt. Het geeft echter wel een bende. En de nodige schrik.

Mooi bandje

In de daarop volgende afdaling gaat gelukkig alles goed.

De Passo Falzarego is een loper. Een prachtige loper wel te verstaan. Met mooie tunneltjes. Iedere kilometer moet ik twee keer gaan staan op de pedalen om mijn rug te ontlasten. De pijn is voelbaar, doch vol te houden. Het is daarna nog één kilometer doortrekken naar de top van de Passo Valparola. Een steil stuk met wind tegen. Ach, we redden het allemaal, al ziet René zijn ontbijt nogmaals passeren.

Bovenop genieten we van een welverdiende schnitzel. 

Schnitzeltime

Beneden aangekomen moeten René en ik eerst even testen alvorens we de startbescheiden kunnen afhalen. Het stokje in Italië graaft dieper in de neus dan in Nederland. Ik pink een traantje weg.

 

Italiaans testcentrum

3 juli 2021

René en ik komen deze dag niet op gang. We doen zelfs nog even een middagdutje. Met een daarop volgende overheerlijke lunch achter de kiezen (voor mij een lasagna) besluiten we toch nog even te rijden, zo aan het einde van de dag. Zo kunnen we toch nog wat extra beklimmingen verkennen.

We beginnen met de Passo Pordoi, aan wiens voet ons Sporthotel gelegen is. Dit vind ik denk ik de mooiste klim van het weekend. Vrij lang en niet overdreven steil terwijl prachtige rotspartijen (zeer) langzaam langs het oog glijden.

Op de Pordoi

De pijn in de rug is nog steeds te doen en ik trek vervolgens door naar de Passo Sella. Dit is wel een flink steile beklimming. Toch weet ik het te redden, maar boven aangekomen besluit ik weer terug te gaan. Wolken pakken zich samen en regen dreigt. Via de andere kant van de Pordoi klim ik weer terug naar Arabba. Een paar spetjes deppen mijn lichaam, al mocht dit geen naam hebben.

In het hotel is het even schrikken voor het nieuws dat René brengt. Het ontbijt is morgen tussen 3:45 en 4:15 uur… En om 5:15 vertrekt ons busje richting de start.

Nou ja, even slikken dus. Het moet dan maar.

 

4 juli 2021

De dag der dagen breekt aan. De dag waarop jongens mannen worden. De dag van de Maratona.

We vinden onszelf terug met mondkapje op bij de start, door velen omringd. De wegen zijn vandaag afgesloten voor verkeer dus de duizenden wielrenners hebben de weg voor zichzelf.

Gespannen gezichtjes bij de start

Eigenlijk vind ik het best lekker om en groupe de Passo Campolongo op te rijden. Hetzelfde geldt voor de Pordoi, waar onze Moldavische hotelmedewerker de wielrenners begeleid met zijn accordeon. Boven wachten drie alpenhoorns ons op. De Maratona weet zo wel een sfeertje te creëren.

Tijdens het ploeteren op de Pordoi, of eigenlijk rijd ik best soepel op dat moment, zie ik een bekende naam. Maar is dat nu echt…?

Ik ga naast de beste man rijden en vraag vertwijfeld:

‘De echte?’

En met een zacht Vlaams accent antwoordt Johan Museeuw:

‘De enige echte.’

Ik schaam me een beetje maar kan het niet laten om even met hem een fotootje te schieten. Gelukkig vindt hij dat geen enkel probleem.

Op de foto met Johan Museeuw. Who else?

Na de Pordoi gaat ook de Passo Sella me goed af. De verkenning van gisteren werpt zijn vruchten af. De Passo Gardena is niet de zwaarste klim en herbergt zelfs een flauwe afdaling.

Dan zit de Sella Ronda erop en komen we voor een eerste keer over de finish. Ik denk er echter niet aan om al te stoppen en draai opnieuw de Campolongo op. Hoewel de pijn in mijn rug toeneemt is het nog altijd te behappen. Dit doet mij besluiten om de hele Maratona te rijden. Dus via de gevreesde loeisteile Passo Giau.

Bij het opdraaien van de Giau schakel ik snel terug. Het is steil maar het valt me nog mee. Maar wat is dit nu? Na tweeënhalve kilometer wordt een flinke afdaling ingezeten. Ineens dringt tot me door dat de Giau nog moet komen…

Als ik dan daadwerkelijk aan de Giau begin rij ik tegen een muur op. Deze muur houdt 9.2 kilometer stand. Met hangen en wurgen hou ik ook stand. Niemand zegt iets, ik hoor enkel gepuf en geblaas om mij heen. Het wolkendek trekt dicht. Mijn rug lijkt inmiddels in brand te staan. Op de pedalen staan verlicht de pijn slechts kort. Lang staan gaat niet want dat houden de benen, die nu eenmaal veel te weinig kilometers hebben gedraaid door de beroerde voorbereiding, niet vol.

Het lijkt een eeuwige marteling te worden maar uiteindelijk is daar de top. Ik wil zo snel mogelijk afstappen om op de daar gelegen bevoorradingpost toe te snellen. Als mijn benen echter de grond raken zak ik voorover, over mijn stuur heen. Zo blijf ik een paar minuten uitpuffen.

Op de Passo Giau

Ik begin het koud te krijgen en doe snel een extra jasje aan. Vervolgens eet en drink ik zo’n beetje de gehele bevoorradingspost op. Ik zou nog meer kunnen eten maar ik moet door. Het wordt namelijk koud op de Passo Giau.

Zo koud zelfs dat ik in de afdaling begin te rillen en te trillen. Terwijl het lichtjes regent zwabbert mijn voorwiel heen en weer. Ik moet mijn uiterste best doen om door mijn vermoeidheid heen de focus op de afdaling te houden en mijn stuur niet teveel te laten shaken. Het lukt om beneden te komen zonder de kant in te rijden.

Ik ben op. De Giau heeft me een fatale knock-out bezorgd. De laatste klim dient zich aan. De Passo Falzarega vanaf een andere kant dan vrijdag. De beklimming is niet steil maar ik kom niet meer in mijn ritme. Tweemaal word ik gepasseerd door auto’s van de organisatie. Even zo vaak denk ik eraan om ze staande te houden en ze te vragen om mijn fiets in te laden om ons beiden richting de finish te brengen. Ik weet niet waarom maar het lukt me om mezelf hiervan te weerhouden.

Vanwege de kou heb ik mijn regenjasje nog aan. Inmiddels warm ik wel iets op dus ik stop even om mijn jasje uit te doen. Ik neem weer plaats op mijn fiets en na een paar honderd meter kom ik toch in een ritme. Het lukt om nog redelijk door te gaan en na de Falzarego volgt net als vrijdag weer die steile kilometer op de Passo Valparola. Het is afzien maar ik ruik de stallen.

Inmiddels is de weg weer vrij voor verkeer. Ja, ik heb echt een tijd op de fiets gezeten.

In de laatste afdaling begint het ineens te gieten. Zodoende eindig ik alsnog met een nat pak. Beneden heeft de organisatie nog wat leuks in petto. De kattenklim. Een kort stukkie knallen op negentien procent. Nu ja, van knallen komt het niet meer. Het is harken geblazen.

Na ook dit te hebben overleefd ligt niets meer tussen mij en de finish in de weg. Het was een zware bevalling maar het is gelukt om de 138 kilometer en zeven beklimmingen te behalen. Gelukkig maar, anders zou ik er toch een onaf gevoel aan overhouden.

René, Jaap, John en Michael zijn allang binnen. Zij reden de 106 kilometer. John en Michael zagen het mede wegens het dreigende weer, er hing ook onweer in de lucht, niet zitten om de hele te rijden. Jaap heeft niet de beste klimbenen en vond het wel welletjes. René kende gelukkig een goede dag maar door pijn in zijn kuit reed hij de laatste klim met slechts één been omhoog. Een hele prestatie. Bovendien, toen René en Jaap bij de afsplitsing richting de Passo Giau aankwamen was de weg inmiddels afgesloten. Ze mochten zich niet eens meer op de Giau afbeulen, hoe graag ze dit waarschijnlijk ook hadden gewild.

In Corvara aangekomen heeft René, die reeds in het hotel was aangekomen, geregeld dat er voor mij een busje bleef wachten om ook mij in Arabba te brengen.

Na de douche in het hotel ga ik uitgeput op mijn bed liggen. Mijn benen en rug doen pijn. Zodra ik beweeg is de pijn in mijn rug niet te harden. ’s Avonds echter, tijdens het opnieuw overheerlijke diner, lijkt mijn rug zich nog best aardig te herstellen. De tape lijkt zijn werk te doen en de pijn wordt minder.

De welverdiende biertjes smaken ons daarop zeer. We drinken op de Dolomieten.

Wat een wielerwalhalla.

 

6 juli 2021

Ik lig weer bij de masseuse op tafel. Ze is verbaasd dat ik de hele Maratona heb kunnen rijden. Eveneens is ze verrast dat mijn rug tijdens het kneden nog best goed aanvoelt. We besluiten er geen tape meer op te doen. Ik zal twee weken de fiets niet aanraken. Behalve oefeningen doen en wandelen ga ik verder rusten.

Aaah… rust. Daar kan ik nu wel van genieten.

Uitzicht vanuit Sporthotel Arabbia

The Medal

Hoogteprofiel

Routekaartje


Geen opmerkingen:

Een reactie posten