mei 01, 2015

Leermomentjes

‘Doe nou niet zo dom!’ werd me gisteren toegeschreeuwd tijdens de trainingskoers bij De Mol. Ik was me van geen kwaad bewust en reageerde enigszins gepikeerd. Ik nam toch gewoon over? Dat is toch altijd prima? Vooral als je het tempo omhoog probeert te gooien, in plaats van omlaag. Dacht ik tenminste.

Foto via Merijn Brouwer

De renner die het schreeuwde wint af en toe best aardige koersen, dus daarom vond ik het wel het overdenken waard. Ik kwam tot de conclusie dat hij eigenlijk ook wel gelijk had. We probeerden een ontsnapt groepje terug te halen en doordat ik wat te onstuimig en te vroeg overnam reed ik langzamerhand niet alleen mezelf aan gort, maar haalde ik tegelijk het strakke tempo van de achtervolging eruit. Het overkwam me gisteren dan ook een paar keer dit ik alleen kwam te zitten terwijl ik juist dacht dat heel het peloton nog in m’n wiel zat. Aan zo’n chasse patate heb je echter helemaal niets, al zie ik het toch ook wel als leuke extra training.

Jeugdig enthousiasme
Tja, laten we het op jeugdig enthousiasme houden dat ik af en toe erg dom, te snel en te hard overneem. Ondanks dat ik al dertig jaartjes tel zeg ik jeugdig omdat ik pas sinds vorig jaar een licentie heb en me nog maar kort zo af en toe met de voorkant van de koers weet te bemoeien. Er valt voor mij nog genoeg te leren. Het werkt bij mij echter wel beter als iemand het me rustig uitlegt in plaats van me afsnauwt. Maar goed, in koers zijn we geen koorknaapjes. Schelden mag, doe ik ook weleens. Bijvoorbeeld als er in een kopgroep een paar verzaken onder het mom: ‘we zijn moe’. Ja, dat zijn we allemaal hé! Als je niet moe wilt worden moet je naast moeders op de bank kruipen in de hoop dat ze wat voorleest uit het verzameld werk van Franz Kafka. Dat zou overigens een prima reden zijn om thuis te blijven.

Knap staaltje
Terug naar de koers: gisteren was vrij bizar. Twee broertjes haalden het in hun hoofd om even het peloton te declasseren door iedereen te dubbelen. Knap staaltje. Vorige week dinsdag zat ik een tijdje bij één van hen in het wiel. Ik kon het nauwelijks houden en heb woensdagavond alleen maar op bed gelegen om ervan te herstellen. Nu is het voor hen zaak om dit over te brengen naar hun elite- en amateurkoersen. Er wordt uiteraard ook vaak zat door anderen knap gereden, maar dit was gisteren zeer opvallend.

Naar voren
Het is ook één van mijn doelen in m’n tweede licentiejaar. Het lukt me inmiddels redelijk om tijdens de trainingskoersjes bij De Mol voorin mee te rijden. Nu wil ik echter ook in de criteriums en omlopen wat verder naar voren opschuiven. Vorig jaar had ik het doel om in het peloton te eindigen en niet te lossen. Dat ging steeds beter. Mijn techniek is wat minder dan de rest, maar is dankzij het veldrijden in de afgelopen winter toch enigszins bijgeschaafd. Een natuurtalent in het bochtenwerk ben ik niet, doch,  het is wel merkbaar verbeterd.

Cadeautjes
Dit jaar had ik als doel om top twintig te rijden in de criteriums (een hoger niveau zal er denk ik niet inzitten). Dat is nu twee keer gelukt, maar dat waren cadeautjes. In Steenbergen stonden dankzij het noodweer slechts achttien renners aan de start en reed ik net zo dramatisch rond als de weersomstandigheden. In ’s Gravendeel koersten de amateurs en de sportklasse samen, maar werden zij apart geklasseerd. Zo eindigde ik ongeveer op de veertigste plek, maar kwam ik van de sportklasserenners als vijftiende over de meet. De minimale premie heb ik evenwel niet opgehaald omdat ik dacht dat ik te ver van achteren zat.


Genoeg te leren en te doen dus dit jaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten