De datum 4 mei staat bij mij voor herdenken.
Om 20.00 uur neem ik twee minuten stilte in acht. In mijn generatie zijn er
denk ik steeds minder mensen die dat doen en bij jongere generaties zal een nog
kleiner aantal zich hieraan houden. Het is begrijpelijk, de Tweede Wereldoorlog
is inmiddels 68 jaar geleden afgelopen en zelfs de opa’s en oma’s van veel
jongeren kunnen zich er niks van herinneren of zijn zelfs geboren na 1945. Ik
hou het wel in ere. Ik sta niet stil bij die miljoenen doden, dat is teveel
voor één mens. Het is niet te bevatten. Ik denk aan de hand van een
familiegeschiedenis na over wat ik in een dergelijke situatie zou doen. Twee
minuten zijn dan weer echter tekort om daar een zinnig antwoord op te bedenken.
Een gedeelte van het Yad Vashem monument in Israel
In de samenleving is veel discussie over wat
er herdacht dient te worden. Mogen ook Duitsers worden herdacht? Mag het
herdenken ook betrekking krijgen op andere oorlogen? Ik vind dat Duitsers wel
mogen worden herdacht en dat daar te krampachtig mee om wordt gegaan. In mijn
ogen zijn ook zij slechts een product van hun tijd en bovendien zijn er bij onder
andere de bombardementen van diverse steden veel burgerslachtoffers gevallen.
En alsof wij in Nederland zo’n brandschoon blazoen hebben. Ik noem
Nederlands-Indië. Ik noem Suriname. Slavenhandel. KNIL. Het lage percentage dat
in het verzet zat terwijl tegenwoordig het idee leeft dat heel Nederland in
opstand kwam tegen de Duitse overheersing. Het zijn gebeurtenissen waar men in
Nederland niet graag aan wordt herinnerd.
En andere oorlogen herdenken? Tja, waarom
niet? De Tweede Wereldoorlog verdwijnt langzaam uit het collectieve geheugen. Op
4 mei staan we erbij stil dat zoiets nooit meer mag gebeuren, maar ik gok dat
steeds minder jongeren op de hoogte zijn van wat er destijds plaatsvond. Op de
vele journaals wordt echter dagelijks gesproken over oorlog. Jongeren kunnen
daar zien waar het over gaat en wellicht beter begrijpen waarom men op 4 mei
stilte in acht neemt.
Worsteling
Vorig jaar zat ik met een groepje vrienden op
de racefiets. Iets voor achten stapten we af in een Brabantse polder en waren
op de klok af twee minuten stil. Eenieder denkt daarbij op zijn eigen manier na
over de Tweede Wereldoorlog. Het serieuze gehalte, ondanks dat we met onze
geschoren benen in strakke wielerpakjes stonden naast een weiland met de
racefiets in de hand, was voelbaar. Toen we weer verder gingen vertelde er
eentje dat hij altijd denkt aan een familielid die het bombardement op
Rotterdam meemaakte. Ik vertelde over mijn familie, maar de worsteling waar ik
mee zit liet ik achterwege.
Mijn opa en oma Van Vulpen betrokken in 1941 een
boerderij, de Wassenaarhoeve, in een polder in Oegstgeest. Tegenwoordig ligt
het in Leiden. In de polder staat nu de Merenwijk, een stad op zichzelf. De
boerderij is afgebroken en opnieuw nagebouwd. Deze fungeert als kinderboerderij.
Tijdens de oorlog besloten mijn grootouders ertoe om aan een joods echtpaar en
hun dochter onderdak te bieden. Eerst groeven ze een gat onder een kast. Hier
deden ze meerdere maanden over om zodoende onopvallend de opgegraven grond over
de weilanden te verspreiden. Dat was de plek waar de onderduikers zich konden
verstoppen, mocht er gevaar loeren.
Gelukkig zijn ze nooit betrapt, anders had ik
hier waarschijnlijk niet deze tekst geschreven. In 1992, mijn opa was inmiddels
overleden, zijn ze geëerd met de Yad Vashem onderscheiding. Toen mijn oma kwam
te overlijden was ik nog jong. Over de oorlogsperiode hebben we nooit echt
kunnen spreken, maar ik weet nog wel dat ik een keer vroeg of ze niet
ontzettend bang was. Haar ferme bevestigende antwoord maakte diepe indruk op
mij. Ze leefde continu in angst, zo gaf ze aan.
Bezwaard
Ik ben trots op deze familiegeschiedenis, maar
als ik erover vertel voel ik me toch altijd een beetje bezwaard. Stel dat ik
het aan iemand vertel die voorouders heeft welke toevallig aan de, door de
geschiedenis bepaalde, verkeerde kant stonden? Niet dat diegene daar iets aan
kan doen, of iets mee te maken heeft, maar het is denk ik ook niet iets waar je
het graag over hebt.
Gelukkig ben ik opgegroeid in
Noordwest-Europa. Hier heb ik me nooit persoonlijk druk hoeven maken om een
oorlog. Tijdens de twee minuten stilte denk ik aan mijn familieverhaal. En dan
denk ik: wat zou ik doen? Als ik kinderen zou hebben dan zou ik direct nee
zeggen. Dat weet ik zeker. Hun leven zet ik niet op het spel (opa en oma Van
Vulpen hadden overigens wel kinderen). Maar als ik alleen ben of samenwoon (je
bent allebei volwassen en kan dus voor jezelf beslissen)? Zou ik het dan durven?
Met die vraag worstel ik altijd. Zou ik de juiste keuze kunnen maken? Heb ik
daar wel het lef voor? Ik kan er geen antwoord opgeven.
Aan het einde van de twee minuten snap ik
altijd weer waarom ik blijf herdenken. Door bij dergelijke zaken stil te staan
kom ik altijd tot de conclusie dat we er alles aan moeten doen om ervoor te
zorgen dat we nooit in de situatie terechtkomen waarop je antwoord moet geven
op zulke vragen.
Bevrijdingsdag, 5 mei, neem ik altijd serieus.
Het is tegenwoordig geen vrije dag meer – al valt het dit jaar op zondag – en
dat vind ik eigenlijk onbegrijpelijk.
Ik vier Bevrijdingsdag het liefst door op de
racefiets te klimmen. Dat is mijn ultieme vrijheidsbeleving.
Zie hieronder enkele foto's die met bovenstaande verhaal te maken hebben:
De Wassenaarhoeve:
Gedenksteen die mijn oma kreeg van de nabestaanden van de drie ondergedoken joden:
Mijn zus is naar Israel geweest, waar zij onder andere het Yad Vashem bezocht (zie ook de foto bovenaan dit blog). Zie hieronder enkele foto's daarvan. Op de onderste foto is de naam van mijn opa te lezen (Jacobus van Vulpen).
Kijk anders ook eens op www.yadvashem.org.
Marco, ik ben trots op je. En fijn dat je je grootouders zo mooi herdacht!
BeantwoordenVerwijderen